Wanneer is een bestuurder aansprakelijk voor het faillissement van de vennootschap en hoe kan hij zich hiertegen verweren?

Bij ondernemen hoort risico’s nemen. Het is daarom belangrijk dat een bestuurder van een naamloze vennootschap (nv) of besloten vennootschap (bv) een grote mate van beleidsvrijheid krijgt. Een achteraf bekeken niet gelukkige of verlieslatende beslissing zou daarom niet direct tot aansprakelijkheid mogen leiden.

“Om als ondernemer risico’s te kunnen nemen, is het belangrijk dat een bestuurder een grote mate van beleidsvrijheid krijgt”.

Hoe kan persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder worden beperkt?

In het Nederlandse recht bestaan constructies om persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder te beperken. Een voorbeeld is ‘een rechtspersoon’. Een rechtspersoon kan als volwaardig en handelingsbekwaam persoon in het rechtsverkeer optreden en daarmee verbindt een bestuurder niet zichzelf, maar de nv of bv met zijn handelingen. Door deze constructie is er een laag risico om als bestuurder persoonlijk aansprakelijk te worden gesteld en kunnen bestuurders daardoor meer risico’s nemen.

Hoe kan, na een faillissement, de aansprakelijkheidsbeperking van een bestuurder worden doorbroken?

De aansprakelijkheidsbeperking van een bestuurder kan slechts in uitzonderlijke gevallen worden doorbroken. Deze uitzondering doet zich voor in het geval de nv of bv in staat van faillissement verkeert.

In de wet staan drie vereisten om persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder aan te nemen:

  1. Het faillissement van de vennootschap.
  2. Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door de bestuurder binnen de in de wet gestelde termijn.
  3. Het aannemelijk is dat onbehoorlijke taakvervulling door de bestuurder een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

Er kan alleen van kennelijke onbehoorlijke taakvervulling worden gesproken wanneer geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden zo zou hebben gehandeld. Het gaat daarbij om kennelijk onbehoorlijke taakvervulling in een periode van drie jaar voorafgaande aan het faillissement. Van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling is in ieder geval sprake wanneer:

  • de bestuurder de jaarrekening van de vennootschap niet tijdig deponeert;
  • En/of de bestuurder geen deugdelijke administratie voert.

Hoe kan een bestuurder zich verweren tegen kennelijk onbehoorlijke taakvervulling?

Als vaststaat dat de bestuurder zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld dan mag hij aantonen dat dit geen aanleiding van het faillissement was. De bestuurder kan dit aantonen door aannemelijk te maken dat andere feiten of omstandigheden, bijvoorbeeld externe oorzaken, een belangrijke oorzaak van het faillissement waren.

“De bestuurder kan zich verweren door aan te tonen dat externe oorzaken de aanleiding tot het faillissement waren.”

Voorbeelden van verweer tegen kennelijk onbehoorlijke taakvervulling

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft het verweer van een bestuurder aangenomen waarin de bestuurder aanvoerde dat onder andere stijgende grondstofprijzen, dalende verkoopprijzen, stijgende loonkosten en een drietal incidenten belangrijke oorzaken van het faillissement waren.

Ook voor het Gerechtshof Den Haag heeft een bestuurder een succesvol verweer gevoerd. De bestuurder had gesteld dat externe factoren een belangrijke oorzaak van het faillissement waren. Hij wees het Hof op de enorme prijsstijging van de grondstof voor de productie van een essentieel product van zijn onderneming. Deze prijsstijging kon niet worden doorberekend aan de afnemers vanwege vaste prijzen in langlopende contracten. Hierdoor kwamen de marges en het bedrijfsresultaat van de onderneming onder druk te staan. Bovendien hadden ongunstige koersontwikkelingen van het Britse pond en de Amerikaanse dollar op de omzet en marges een negatieve invloed. Het Hof was van mening dat de curator onvoldoende had weersproken dat de door de bestuurder aangevoerde oorzaken van het faillissement zich hebben voorgedaan. De bestuurder werd dus niet persoonlijk aansprakelijk gehouden.

In een andere zaak voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelde een bestuurder dat niet alleen de economische crisis de oorzaak was van het faillissement van de onderneming, maar ook zijn arbeidsongeschiktheid als gevolg van een levensbedreigende ziekte en het faillissement van een aantal kleine en grote afnemers. Het Hof oordeelde dat de bestuurder voldoende aannemelijk had gemaakt dat andere oorzaken dan zijn onbehoorlijke taakvervulling de aanleiding van het faillissement van de onderneming waren.

Wanneer het verweer slaagt, dan is de curator weer aan zet.

Kan de bestuurder weerleggen dat zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak in het faillissement was, dan is het weer aan de curator om aannemelijk maken dat de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling toch ook een belangrijke oorzaak van het faillissement was. De curator moet in ieder geval voldoende gemotiveerd ingaan op wat de bestuurder als tegenbewijs aanvoert. Doet de curator dit niet, dan heeft de bestuurder een grote kans dat niet zijn kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement was.

Heeft de bestuurder nog een redmiddel als hij niet kan aantonen dat er andere oorzaken, dan zijn onbehoorlijke taakvervulling, de aanleiding van het faillissement waren?

Als een bestuurder niet kan aantonen dat er andere oorzaken dan zijn onbehoorlijke taakvervulling aanleiding van het faillissement waren, dan heeft hij nog een laatste redmiddel om persoonlijke aansprakelijk te voorkomen; aantonen  dat er voor het niet tijdig deponeren van de jaarrekening of het deugdelijk voeren van de administratie een aanvaardbare verklaring is. De bewijslast hiervan rust echter op de schouders van de bestuurder.

Conclusie

Eén van de risico’s van een ondernemer is persoonlijke aansprakelijkheid wanneer de onderneming failliet wordt verklaard. Het is daarom van belang dat een bestuurder altijd voldoet aan de verplichtingen de jaarrekening tijdig te deponeren en een deugdelijke administratie te voeren. Houdt de bestuurder zich niet aan deze verplichtingen, dan wordt aangenomen dat hij zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld. De bewijslast komt daarmee te rusten bij de bestuurder, met alle gevolgen van dien.

Hebt u advies nodig?

Is uw onderneming failliet verklaard en wordt u persoonlijk aansprakelijk gehouden? Bent u van plan uw onderneming failliet te laten verklaren of vraagt een andere partij het faillissement van uw onderneming aan? Neem dan contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst!

Contractenrecht & aansprakelijkheid