De SLIM-regeling is door de overheid in het leven geroepen om leren en ontwikkelen binnen het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) te stimuleren. De begrippen leren en ontwikkelen worden in het kader van deze subsidie breed uitgelegd, waardoor er veel situaties in deze regeling passen. De overheid wil het MKB door middel van deze subsidie gedeeltelijk tegemoetkomen in de kosten die met het leren en ontwikkelen gepaard gaan.

Voor wie is de SLIM-subsidie regeling bedoeld?

Er zijn drie doelgroepen waar de SLIM-regeling zich op richt:

  1. MKB-ondernemingen individueel;
  2. Samenwerkingsverbanden tussen ten minste twee MKB-ondernemingen;
  3. Grootbedrijven uit de landbouw-, horeca- of recreatiesector.

Hierbij geldt dat de subsidie 60% bedraagt van de subsidiabele kosten. Uitzondering hierop is het klein MBK, waarvoor de subsidie 80% van de subsidiabele kosten bedraagt. Onder het klein MKB vallen bedrijven met minder dan 50 fte en een jaaromzet/jaarlijkse balans van minder dan 10 miljoen euro.

Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?

Er kan voor de volgende vier activiteiten subsidie worden aangevraagd:

  1. Doorlichten van de onderneming: opstellen opleidings- en ontwikkelplan.
    Bij deze activiteit zal een externe adviseur worden ingeschakeld om het bedrijf door te lichten en op basis daarvan een opleidings- en ontwikkelplan te maken. Hierbij worden de veranderingen op de arbeidsmarkt inzichtelijk gemaakt en wordt er een strategisch plan opgesteld om hier toekomstgericht en tijdig op in te spelen.
    Daarnaast geeft het opleidings- en ontwikkelplan inzicht in de huidige structuur van het bedrijf, de kennis en vaardigheden van het personeel en de omgeving waarin het bedrijf opereert. In het plan wordt vervolgens ook gekeken naar de gevolgen van trends zoals digitalisering, robotisering en technologisering. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de verwachte benodigde kennis en vaardigheden van de medewerkers. Met het advies op maat kan het bedrijf vervolgens direct aan de slag.
     
  2. Loopbaan- en ontwikkeladviezen voor het personeel.
    Om een leerrijke werkomgeving te creëren is het belangrijk om aandacht te hebben voor de loopbaan van het personeel. Binnen deze activiteit worden de wensen en ambities van de medewerkers in kaart gebracht in verhouding tot de arbeidsmarkt en wordt er advies gegeven aan de werkgever hoe hierop kan worden ingespeeld. Dit wordt gedaan met behulp van een loopbaanadviseur, welke een traject met de medewerker(s) doorloopt. Met de loopbaanadviseur wordt er gekeken naar het huidige werk en het toekomstperspectief daarvan.
    Daarnaast worden de competenties en kwaliteiten van de medewerker inzichtelijk gemaakt en wordt er gekeken naar de toekomstige loopbaanmogelijkheden op de arbeidsmarkt. Voorgaande draagt bij aan het vitaal houden van de medewerker(s), doordat zij actief nadenken over hun toekomst. Daarnaast is dit behulpzaam voor de strategische planning van het bedrijf zelf.
     
  3. Methode implementeren om de kennis, vaardigheden en beroepshouding van werknemers verder te ontwikkelen tijdens het werk.
    Binnen deze activiteit kan subsidie worden gekregen voor het ontwikkelen of invoeren van een methode die medewerkers in het bedrijf stimuleert om de kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkeling tijdens het werk. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het invoeren van een systeem van periodieke ontwikkelgesprekken tussen leidinggevende en de medewerker. Een extern adviseur geeft advies over hoe een dergelijk systeem het beste kan worden ingevoerd in het bedrijf en hoe deze ontwikkelgesprekken uit te voeren in de praktijk.
    Ook kan er subsidie worden gekregen voor het ontwikkelen van een e-learning programma, het opzetten en implementeren van een kennis- en leerportaal en het inzetten van leerambassadeurs. Daarnaast kan met behulp van de subsidie worden aangesloten bij een bestaande bedrijfsschool of kan er zelf een bedrijfsschool worden opgericht, waar leren en werken worden gecombineerd. Ook kan er een tegemoetkoming worden gekregen voor de kosten die worden gemaakt voor het bieden van een bbl-traject.
     
  4. Aanbieden praktijkleerplaats in de derde leerweg.
    In het verlengde van voorgaande activiteit kan subsidie worden gekregen voor het bij-, op- of omscholen van huidige (of toekomstige) werknemers. Er kan een praktijkleerplaats in het bedrijf worden gecreëerd voor het behalen van een mbo-diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring in de derde leerweg.
    Het aanbieden van een leerplaats brengt flexibiliteit met zich mee en biedt kansen voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Ook is de regeling aantrekkelijk voor volwassenen, omdat het ruimte biedt voor de verkorting van de opleiding voor medewerkers die al de nodige werkervaring hebben. Elke activiteit wordt door een deskundige begeleid. De kosten van de deskundige, vallen binnen de subsidie.

Wanneer en hoe kan de SLIM-subsidie worden aangevraagd?

De subsidie kan door de individuele MKB-bedrijven van 2 t/m 31 maart en voor de andere groepen van 1 april t/m 30 juni worden aangevraagd. De subsidie wordt online aangevraagd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook bij het opstellen en indienen van de aanvraag kunt u worden begeleid door een deskundige.

Aan de subsidie zijn vanzelfsprekend wel enkele voorwaarden verbonden. Zo kun je geen subsidie ontvangen voor opleidingskosten (cursussen, trainingen etc.), maar wel voor het creëren van onderwijsprogramma’s of de voorbereidende gesprekken daarvan. De overige voorwaarden kunnen nog nader toegelicht worden.

Heeft u hier vragen over of wenst u nader geïnformeerd te worden? Neemt u dan contact met ons op, wij helpen u graag! U kunt contact opnemen via telefoonnummer 023 - 517 33 77 of via duineveld@spectrumadvocaten.nl.

Arbeidsrecht